In een persbericht van 18 november 2019 meldt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dat zij invallen heeft gedaan bij verschillende “grote handelaren in de agrarische sector”. De ACM vermoedt dat de handelaren verboden afspraken hebben gemaakt over de inkoopprijs die zij aan “boeren” betalen.
Agrarische sector
Het persbericht is redelijk vaag. Volgens een artikel op de website van GFactueel heeft de ACM het persbericht bewust algemeen gehouden. Dit zou gedaan zijn om het onderzoek niet te belemmeren. In persbericht wordt gesproken over “boeren”. Hier mag kennelijk niet uit worden afgeleid dat het onderzoek tot een bepaalde sector beperkt is. Wel heeft een woordvoerder van de ACM aan GFactueel gemeld dat “inkoopkantoren van supermarktorganisaties” geen bezoek hebben gehad.
Mededinging en landbouwproducten
Landbouwers, verwerkers, tussenhandelaars, groothandelaars, detailhandelaars en consumenten zijn allen actoren in de voedselvoorzieningsketen. Door de toegenomen concentratie van retailers en inkooporganisaties, staan de prijzen die landbouwers voor hun producten krijgen al jaren onder druk. Landbouwers kunnen zich hier nauwelijks tegen verweren. In april van dit jaar kwam Europa daarom met een speciale richtlijn om landbouwers tegen oneerlijke handelspraktijken (OHP) van hun afnemers te beschermen. Deze richtlijn, die uiterlijk op 1 november 2021 in nationale wetgeving moet zijn omgezet, wordt besproken in de blog: Richtlijn oneerlijke handelspraktijken in de landbouw en voedselvoorzieningsketen gepubliceerd.
In het verleden is het wel voorgekomen dat landbouwers probeerden samen afspraken te maken om zo een betere verkoopprijs te kunnen realiseren. Maar dat leverde niet zelden problemen op met de mededingingsregels. Dat ervoeren bijvoorbeeld enkele Nederlandse producenten van eerstejaarsplantuien en zilveruien. Meer hierover in de blogs: CBb verlaagt boetes eerstejaarsplantuienkartel en CBb bevestigt uitspraak rechtbank in het zilveruienkartel. Dat de ACM haar blik nu ook richt op de inkoop van landbouwproducten is echter relatief nieuw.
Inkoopkartel
Hoewel uit een recent nalevingsonderzoek van de ACM blijkt dat een groot deel van de Nederlandse bedrijven “een gebrek aan kennis van de concurrentieregels” heeft, blijkt 66% van de respondenten bekend te zijn met het “verbod op het maken van prijsafspraken”. Waarschijnlijk hebben de respondenten hierbij gedacht aan het afstemmen van de verkoopprijs door concurrenten. Het verbod op het afstemmen van de inkoopprijs zal waarschijnlijk minder bekend zijn.
In februari 2019 heeft de ACM de leidraad Samenwerking tussen concurrenten gepubliceerd. In deze leidraad, die wordt besproken in de blog: ACM publiceert leidraden over verticale en horizontale samenwerking, dat “daadwerkelijke gezamenlijke inkoop en integratie van inkoopactiviteiten” vaak is toegestaan. Alleen het collectief afstemmen van een maximale inkoopprijs is verboden. Een dergelijke afspraak strekt er volgens de ACM toe de mededinging te beperken. “Inkoopkartels benadelen leveranciers, omdat zij hun goederen en diensten tegen minder gunstige voorwaarden kunnen leveren en niet kunnen profiteren van de voordelen die zij zouden hebben bij gemeenschappelijke inkoop, zoals de mogelijkheid om een groter volume af te zetten of te besparen op transactiekosten.” Deze benadering komt ook terug in het besproken persbericht. De afspraken over inkoopprijzen waarvan de ACM vermoedt dat handelaren die maken, kan volgens de ACM “leiden tot benadeling van boeren doordat zij een lagere prijs krijgen voor hun producten”.
Vervolg
Het is nu afwachten wat het onderzoek oplevert. Waar rook is, hoeft nog geen vuur te zijn. Het zal niet de eerste keer zijn dat de ACM na een onderzoek moet concluderen dat er niets aan de hand is. Zie bijvoorbeeld een persbericht van 26 april 2018 over de bunkersector. Onderzoek had uitgewezen dat er in deze sector weliswaar prijsoverleg had plaatsgevonden, maar dit had niet geleid tot kartelvorming.