Op 21 april 2015 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een (concept) leidraad gepubliceerd om ziekenhuizen en zorgverzekeraars te informeren over de ruimte die de mededingingsregels bieden voor gezamenlijke inkoop van geneesmiddelen voor de medisch-specialistische zorg. Tot uiterlijk 27 mei kan op de (concept) leidraad gereageerd worden. Daarna maakt ACM de leidraad definitief.
Achtergrond
De ACM stelt bemerkt te hebben dat er bij ziekenhuizen en zorgverzekeraars terughoudendheid bestaat om hun krachten bij de inkoop van geneesmiddelen voor de medisch-specialistische zorg te bundelen. Zelfs als dat in het belang van patiënten en verzekerden is. Deze terughoudend is niet terecht. De mededingingsregels bieden in de ogen van de ACM juist veel ruimte voor gezamenlijke inkoop van geneesmiddelen. Daarmee kunnen immers lagere prijzen, hogere kortingen en betere voorwaarden worden bedongen die ten goede komen aan patiënten en verzekerden.
Gezamenlijke inkoop van geneesmiddelen
Onder gezamenlijke inkoop van geneesmiddelen verstaat de ACM het samen door ziekenhuizen en of zorgverzekeraars inkopen van medicijnen. De mate van samenwerking bij gezamenlijke inkoop kan echter variëren. Zo kan er sprake zijn van het bundelen van de vraag naar bepaalde geneesmiddelen. Ook meer sturende vormen van gezamenlijke inkoop vallen echter onder de leidraad. De ACM noemt bijvoorbeeld een gezamenlijk voorkeursbeleid.
Vuistregels
In de leidraad heeft de ACM drie vuistregels geformuleerd aan de hand waarvan marktpartijen kunnen beoordelen of hun inkoopsamenwerking mededingingsrechtelijk toelaatbaar is.
Vuistregel 1: Slechts een beperkt deel van de kosten wordt gemeenschappelijk
Ten aanzien van ziekenhuizen heeft de gezamenlijke inkoop geen negatieve gevolgen voor de concurrentie als de kosten van de gezamenlijk ingekochte geneesmiddelen voor ieder van de betrokken ziekenhuizen minder dan 15% van de omzet uitmaakt. Zorgverzekeraars kunnen een grens van 5% hanteren, met als uitgangspunt de totale schadelast voor de basisverzekering.
Vuistregel 2: Ruime toetreding tot het inkoopverband
Een inkoopverband hoeft niet iedere potentiële deelnemer te accepteren. Een inkoopverband mag eisen stellen aan deelname. Deze eisen moeten vooraf wel kenbaar zijn en objectieve en non-discriminatoire criteria bevatten, teneinde uitsluiting te voorkomen.
Vuistregel 3. Geen onnodige beperkingen voor deelnemers aan het inkoopverband
De beperkingen die een inkoopverband aan de deelnemers oplegt, bijvoorbeeld over verplichte afname of inkoop buiten het inkoopverband om, dienen niet verder te gaan dan nodig voor de goede werking van het inkoopverband. Verder mogen de deelnemers niet langer worden gebonden dan nodig om goed te kunnen onderhandelen met een geneesmiddelenfabrikant. Een (exclusieve) contractduur tussen de één en drie jaar acht de ACM acceptabel.
Commentaar
Gezamenlijke inkoop is ook een thema dat aan de orde komt in de Richtsnoeren voor de zorgsector 2010. In deze richtsnoeren wordt uitgelegd dat er twee markten zijn waarvoor de gemeenschappelijke inkoop gevolgen kan hebben namelijk (i) de relevante inkoopmarkt en (ii) de relevante verkoopmarkt. Dit sluit aan de bij Mededeling horizontale samenwerkingsovereenkomsten van de Europese Commissie. In de visie van de Europese Commissie heeft gezamenlijke verkoop meestal geen mededingingsbeperkende strekking. Er kunnen wel mededingingsbeperkende gevolgen zijn, maar daarvoor moeten de samenwerkingspartners beschikken over marktmacht. Bij een gezamenlijk marktaandeel van 15% of minder op zowel de inkoop- als verkoopmarkt bestaat het vermoeden dat van marktmacht geen sprake. In deze situatie stuit de inkoopsamenwerking niet op mededingingsrechtelijke bezwaren.
Wat opvalt is dat in het kader van de “veilige haven” die de ACM introduceert alleen wordt gekeken naar positie van ziekenhuizen en zorgverzekeraars op de verkoopmarkt. Aan de inkoopkant lijkt te worden uitgegaan van een vermoeden dat ziekenhuizen en zorgaanbieders niet over marktmacht beschikken. Geneesmiddelenfabrikanten bedienen volgens de ACM immers “een markt die vele malen ruimer is dan alleen Nederland en hebben veelal een sterke positie tegenover inkopende partijen.” Het is de vraag of dit in alle gevallen opgaat..
Hoewel de leidraad een positief signaal is voor de markt, doen ziekenhuizen en zorgverzekeraars er toch goed aan in concrete gevallen ook onderzoek te doen naar hun positie op de inkoopmarkt. De praktijk zou zo maar kunnen uitwijzen dat de relevante inkoopmarkt kleiner is dan de ACM in de leidraad suggereert. Daar komt bij dat rechters en de Europese Commissie niet aan de leidraad gebonden zullen zijn.