Op 27 maart 2014 is de Europese Commissie tot de conclusie gekomen dat een Duitse regeling die voorziet in de toekenning van rechtstreekse subsidies voor de ontwikkeling en revitalisering van stukken grond, staatssteun vormt. De Commissie heeft vastgesteld dat het bouwrijp maken van stukken grond door de plaatselijke autoriteiten onderdeel is van hun publieke taak. Daarom vallen deze activiteiten niet onder de Europese staatssteunregels.
De Duitse regeling
De Duitse subsidieregeling heeft als doel het bouwrijp maken van stukken grond door ervoor te zorgen dat deze stukken grond verbonden worden met nutsvoorzieningen (water, gas, riolering en elektriciteit ) en transportnetwerken (spoor en weg). De bouw van gebouwen en het beheer van onroerend goed komen uitdrukkelijk niet voor subsidie in aanmerking.
Beoordeling door de Commissie
De Commissie heeft vastgesteld dat de aannemers die de stukken grond bouwrijp gaan maken zullen worden geselecteerd door middel van een transparante en niet-discriminerende openbare aanbestedingsprocedure. Bovendien worden na het bouwrijp maken de afzonderlijke percelen in overeenstemming met de Mededeling van de Commissie over de verkoop van grond verkocht, hetzij door middel van een aanbesteding of na taxatie door een onafhankelijke deskundige. Dit zorg ervoor dat het bouwrijp maken tegen marktvoorwaarden plaatsvindt en dat de kopers van de percelen de grond tegen een marktprijs kopen. Aangezien de maatregel de aannemers noch de kopers een voordeel verschaft, is er volgens de Commissie geen sprake van staatssteun.
Belang van de beschikking
In de zaak Flughafen Leipzig Halle hebben het Gerecht en het Hof van Justitie geoordeeld dat de aanleg van infrastructuur niet los mag worden gezien van het latere gebruik ervan. Zie in dit kader de blog: Staatssteun en infrastructuur: het arrest Leipzig / Halle. Als het latere gebruik economisch van aard is, is de aanleg van de infrastructuur ook economisch van aard. Bijgevolg moet bij de aanleg rekening worden gehouden met de staatssteunregels. Deze arresten hebben grote gevolgen gehad voor de beoordeling van de financiering van de bouw of renovatie van infrastructurele projecten.
Naar aanleiding van deze arresten ontstond er onduidelijkheid of ook het bouwrijp maken van stukken grond als een economische activiteit zou moeten worden gezien. De hier besproken beschikking maakt aan deze onduidelijkheid echter een einde. De Commissie heeft namelijk expliciet bevestigd dat het bouwrijp maken van stukken grond door de lokale overheid een publieke taak is. Dus is het geen economische activiteit. Uiteraard laat dit onverlet dat de lokale overheid rekening moet houden met de staatssteunregels. Voor het bouwrijp maken moet een marktconforme prijs worden betaald. Daarnaast moeten de percelen grond na het bouwrijp maken (in beginsel) tegen een marktconforme prijs worden verkocht.