In een eerst recent gepubliceerd besluit van 4 augustus 2017 heeft de Europese Commissie (Commissie) de aanloopsteun goedgekeurd die de provincie Limburg (Limburg) wil geven aan luchtvaartmaatschappijen die bereid zijn een nieuwe verbinding aan te bieden vanaf Maastricht Aachen Airport.
De voorgenomen maatregel
De internationale connectiviteit van Limburg blijkt te wensen over te laten. In het rapport “Grensoverschrijdend perspectief Zuid-Limburg” wordt geconcludeerd dat er weliswaar een groei in bevolking is geweest, maar dat mensen elders op zoek gaan naar een baan en bedrijven aarzelen om in de regio te investeren als gevolg van de geringe connectiviteit. In plaats daarvan kiezen zij voor regio’s die beter ontsloten zijn en waar makkelijker banen te vinden zijn. Binnen die context wil Limburg bijdragen aan een betere internationale toegankelijkheid door nieuwe verbindingen naar Maastricht-Aachen Airport te halen en daarvoor een regeling voor aanloopsteun ten behoeve van luchtvaartmaatschappijen op te zetten.
Het is daarom de bedoeling dat Limburg een tender opzet. Luchtvaartmaatschappijen die een nieuwe verbinding willen aanbieden kunnen daar op inschrijven. Verbindingen die al worden aangeboden vanaf de luchthavens van Eindhoven of Luik zijn uitgesloten. Hetzelfde geldt voor verbindingen die al worden bediend door hogesnelheidstreinen vanaf de stations in Aken en Luik.
De aanloopsteun beperkt zich tot een daadwerkelijk tekort bij de uitvoering van de nieuwe verbinding, waarbij de steun nooit meer zal bedragen dan 50% van de daarvoor verschuldigde luchthavengelden. Bovendien kan de steun alleen worden toegekend voor maximaal de eerste drie jaar dat de betrokken verbinding in bedrijf is.
Nederland heeft de voorgenomen maatregel overeenkomstig artikel 108 lid 3 VWEU bij de Commissie gemeld. Dit artikel bevat een verplichting om de Commissie voortijdig op de hoogte te stellen van voorgenomen steunmaatregelen.
Beoordeling door de Commissie
Toetsingskader
De Commissie wijst er allereerst op dat een maatregel kwalificeert als staatssteun indien de maatregel (i) afkomstig is van de overheid of met staatsmiddelen wordt bekostigd, (ii) een selectief voordeel toekent, (iii) aan een of meer ondernemingen, (iv) waardoor de mededinging wordt vervalst, en (v) de handel tussen de lidstaten wordt beïnvloed.
Volgens de Commissie is aan al deze vereisten voldaan. De aanloopsteun wordt betaald door Limburg. Begunstigd zijn slechts de luchtvaartmaatschappijen die na de tender worden geselecteerd. Zij krijgen daardoor een voordeel dat andere luchtvaartmaatschappijen niet ontvangen. Ondernemingen moeten exploitatietekorten normaliter zelf dragen. Hierdoor wordt de mededinging vervalst. Tot slot wordt ook de handel tussen lidstaten beïnvloed. Het verrichten van luchtvervoersdiensten is immers volledig geliberaliseerd op de interne markt, waar talrijke ondernemingen uit verschillende lidstaten met elkaar concurreren.
Richtsnoeren Luchtvaartsteun
Vervolgens toetst de Commissie de voorgenomen maatregel aan de Richtsnoeren luchtvaartsteun (Richtsnoeren). Op grond van deze Richtsnoeren acht de Commissie steunmaatregelen verenigbaar met de interne markt indien voldaan is aan de volgende algemene beginselen:
(a) | er wordt bijgedragen aan een duidelijk omschreven doelstelling van gemeenschappelijk belang; |
(b) | overheidsmaatregel is noodzakelijk; |
(c) | de steunmaatregel is een geschikt instrument en heeft een stimulerend effect; |
(d) | de steun is evenredig; en |
(e) | ongewenste negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer tussen de lidstaten worden vermeden. |
Het openen van nieuwe verbindingen zal leiden tot een toename van de mobiliteit van Unieburgers en draagt dus bij tot het behalen van een duidelijk omschreven doelstelling van gemeenschappelijk belang. Omdat Maastricht Aachen Airport minder dan 3 miljoen passagiers verwerkt, wordt de steun noodzakelijk geacht. De steun is ook geschikt instrument, aangezien zonder deze steun geen nieuwe verbindingen aangeboden zullen worden. Teneinde in aanmerking te komen voor aanloopsubsidie moeten luchtvaartmaatschappijen in hun aanvraag motiveren, waarom zij de voorgestelde verbinding niet eerder hadden aangeboden. Deze motivering onderstreept volgens de Commissie het stimulerend effect van de maatregel. Aangezien de steun gemaximeerd is tot 50% van de luchthavengelden en slechts gedurende drie jaar zal worden toegekend, is de steun evenredig. Tot slot worden ongewenste negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer tussen de lidstaten vermeden. Verbindingen die reeds binnen het verzorgingsgebied van de Maastricht Aachen Airport worden aangeboden, zijn immers van steun uitgesloten. Bovendien is Maastricht Aachen Airport slechts een kleine luchthaven en is het totale bedrag dat Limburg voor aanloopsteun beschikbaar heeft relatief gering.
Commentaar
Onderhavig besluit is op zich niet bijzonder spannend. Het oordeel van de Commissie dat de voorgenomen maatregel kwalificeert als staatssteun is goed te volgen. In dit kader is wel vermeldenswaardig dat het besluit laat zien dat een tender procedure niet met zich meebrengt dat de geselecteerde ondernemingen geen selectief voordeel ontvangen. Het is vaste beschikkingenpraktijk dat een tender procedure in vergelijkbare situaties er uitsluitend voor zorgt dat de overheidsbijdrage tot een minimum beperkt is.
De wijze waarop de Commissie alle algemene beginselen voor steun aan luchtvaartmaatschappijen naloopt, komt geroutineerd over. Overigens mag aangenomen worden dat Limburg bij het opzetten van de voorgenomen steunmaatregel er goed op heeft gelet dat aan deze beginselen werd voldaan.
Nederland heeft de voorgenomen maatregel van Limburg gemeld in maart van dit jaar. Dat was voordat de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) werd aangevuld met de mogelijkheid om ook voor kleine luchthavens steun te verlenen. Meer over deze aanvulling in de blog Toepassingsgebied van de AGVV verruimd. De verruiming heeft echter uitsluitend betrekking op investeringssteun en exploitatiesteun ten behoeve van (kleine) regionale vliegvelden. Ook na aanvulling van de AGVV was in het onderhavige geval melding dus noodzakelijk geweest.
* Foto van Ethan McArthur via www.unsplash.com