Op 23 maart 2020 heeft het European Competition Network (ECN), het netwerk waarbinnen de Europese Commissie (Commissie) en nationale mededingingsautoriteiten samenwerken, een verklaring (NL) gepubliceerd waarin uiteen wordt gezet hoe zij omgaan met vergaande samenwerking tussen bedrijven die als doel heeft de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden.
De verklaring
De Europese mededingingsautoriteiten begrijpen dat bedrijven als gevolg van de uitbraak van het coronavirus (COVID-19) genoodzaakt kunnen worden om samen te werken teneinde de levering en eerlijke verdeling van schaarse producten te waarborgen. Tegen “noodzakelijke en tijdelijke maatregelen die genomen worden om een tekort aan producten te voorkomen” zullen de Europese mededingingsautoriteiten niet optreden. Dergelijke maatregelen zullen naar verwachting de mededinging niet beperken. Maar als de mededinging toch wordt beperkt, zullen de voordelen waarschijnlijk opwegen tegen de nadelen.
Tegelijkertijd is het volgens het ECN van groot belang “dat producten die in de huidige situatie als essentieel worden beschouwd voor de bescherming van de gezondheid van zorgverleners en consumenten (zoals mondkapjes en ontsmettingsgel) tegen scherpe prijzen beschikbaar blijven”. Bedrijven die door middel van kartelafspraken of misbruik van hun machtspositie proberen te profiteren van de huidige situatie, kunnen rekenen op vervolging door de Europese mededingingsautoriteiten.
In geval wordt getwijfeld of samenwerkingsinitiatieven in overeenstemming zijn met de mededingingsregels kunnen bedrijven de Commissie of hun nationale mededingingsautoriteit – in Nederland: de Autoriteit Consument en Markt (ACM) – om informeel advies vragen.
Commentaar
Op 18 maart 2020 publiceerde het Financiële Dagblad (FD) een interview met Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de ACM. In de blog: Versoepeling mededingingsregels vanwege de coronacrisis? wordt uiteengezet dat de ACM de mededingingsregels waarschijnlijk niet coulanter zal toepassen vanwege de uitbraak van het coronavirus. Deze interpretatie van het interview met Martijn Snoep wordt bevestigd door bovenstaande verklaring. In de verklaring wordt immers expliciet gesteld dat het mededingingsrecht in de EU over voldoende instrumenten beschikt om, waar nodig en passend, rekening te houden met markt- en economische ontwikkelingen. Tot slot is het positief te noemen dat de Europese mededingingsautoriteiten bedrijven uitdrukkelijk aanbieden ‘guidance’ te geven. Het is immers lang niet altijd makkelijk om zelf vast te stellen of een bepaalde handelwijze in overeenstemming is met de mededingingsregels.