Middelen uit onder andere het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), kunnen voor de toepassing van de staatssteunregels als staatsmiddelen worden aangemerkt. Bijgevolg kunnen deze middelen meebrengen dat een maatregel kwalificeert als staatssteun. Een besluit van 7 december 2022 van de Europese Commissie (Commissie) met betrekking tot een Italiaanse investeringsregeling bedoeld om de gevolgen van COVID-19 te bestrijden, vormt de aanleiding in te gaan op het hoe en waarom.
De casus
De Italiaanse overheid stelde ten behoeve van de regio Marken een algemeen pakket maatregelen vast. Dit deed zij aangezien de reële economie in Italië nog steeds niet hersteld is van de COVID-19-pandemie. Het pakket maatregelen heeft als doel om de particuliere investeringen te stimuleren, teneinde het door de crisis ontstane investeringstekort in de economie weg te werken (de Maatregel). De geraamde begroting voor de Maatregel bedraagt 25 miljoen euro. Dit bedrag zal worden gefinancierd uit de eigen middelen van de regionale overheid en kan in individuele gevallen worden medegefinancierd door bijdragen uit het EFRO, het Europees Sociaal Fonds + (ESF+) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Oordeel van de Commissie
Staatssteun
De Commissie wijst er allereerst op dat een maatregel kwalificeert als staatssteun in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU indien daardoor (i) een of meerdere ondernemingen (ii) een selectief niet-marktconform voordeel ontvangen dat (iii) door de staat wordt verstrekt en met staatsmiddelen wordt bekostigd, waardoor (iv) de mededinging wordt vervalst en (v) de handel tussen de lidstaten wordt beïnvloed (randnr. 31).
De Maatregel vormt staatssteun
Door de Maatregel ontvangen de begunstigde ondernemers een selectief voordeel. Dit voordeel wordt door de regionale overheid verstrekt en met – ten dele uit Europese fondsen afkomstige – staatsmiddelen bekostigd. Aangezien de concurrentiepositie van de begunstigde ondernemingen door het voordeel word versterkt, kan de maatregel de mededinging verstoren. Tot slot wordt ook het handelsverkeer tussen de lidstaten beïnvloed. De begunstigde ondernemingen zijn immers actief in sectoren waarin handel binnen de Unie bestaat. Bijgevolg kwalificeert de Maatregel als staatsteun (randnrs. 32-36)..
De Maatregel is verenigbaarheid met de interne markt
Met de op 18 november 2021 ingevoerde aanpassing van de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie bij de huidige COVID-19-uitbraak (Tijdelijke kaderregeling) heeft de Commissie lidstaten de mogelijkheid geboden om particuliere investeringen in activa te ondersteunen “als stimulans om een investeringskloof te overbruggen die is ontstaan in sectoren van de economie die van belang zijn voor een duurzaam herstel”. Gelet hierop toetst de Commissie aan de hand van punt 3.13 van de Tijdelijke kaderregeling of de Maatregel met de interne markt verenigbaar is en stelt vast dat dit het geval is (randnrs. 37-46).
Commentaar
Het onderhavige besluit bevat geen nieuwe inzichten. Het is veeleer een goede aanleiding om na te gaan of en zo ja hoe bij het toepassen van de staatssteuntoets moet worden omgegaan met maatregelen die geheel of ten dele worden gefinancierd met bijdragen die afkomstig zijn uit een of meer Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen):
ESI-fondsen
In de langetermijnbegroting van de EU voor 2014-2020 werd meer dan de helft van de EU-financiering verstrekt via de 5 ESI-fondsen:
(i) | EFRO |
(ii) | ESF |
(iii) | Cohesie Fonds (CF) |
(iv) | ELFPO |
(v) | Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) |
Bovengenoemde fondsen worden gezamenlijk beheerd door de Commissie en de lidstaten. Tot eind 2023 kunnen de lidstaten nog middelen vastleggen in het kader van deze fondsen. Op de pagina Structural and investment funds for regional and urban development projects benoemt de Commissie de relevante structuurfondsen voor de huidige langetermijnbegroting voor 2021-2017
Door de staat en met staatsmiddelen bekostigd
Het vijfde staatssteuncriterium in artikel 107 lid 1 VWEU bepaalt dat de steumaatregel door de staat moet worden verstrekt “of” met staatsmiddelen moet worden bekostigd. Ondanks het woord “of”, is blijkens onder andere het Stardust Marine arrest (r.o. 24) pas aan dit criterium voldaan als de betrokkene steunverlening (i) aan de staat kan worden toegerekend en (ii) met staatsmiddelen wordt bekostigd.
Besluitenpraktijk Commissie
Het ligt voor de hand om aan te nemen dat maatregelen geregeld geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd met middelen die afkomstig zijn uit een of meer ESI-fondsen. Toch is het aantal besluiten waarin de Commissie deze vorm van financiering expliciet aan het vijfde staatssteuncriterium toetst relatief beperkt:
Besluit | Zaak | Lidstaat | Omschrijving | Randnrs |
25 mei 2022 | SA.102898 | Roemenië | COVID-19: Steun voor agrovoedingsbedrijven in de vorm van microsubsidies en subsidies voor werkkapitaal | 11 |
6 november 2020 | SA.55433 | Roemenië | RES Stadsverwarmingsprojecten | 42 |
30 juni 2016 | SA.41647 | Italië | Ultrabreedbandstrategie | 84 |
26 november 2015 | SA.43250 | Portugal | Terminal voor cruiseschepen Porto do Leixões | 40-44 |
25 juni 2014 | SA.38048 | Griekenland | Verbetering van de haven van Patras (5e pier) | 43-44 |
11 maart 2014 | SA.35720 | VK | Liverpool Cruise Liner Terminal | 46-47 |
20 februari 2014 …………………… | SA.22932 | Frankrijk | Luchthaven Marseille Provence en luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van de luchthaven | 206-207 |
17 juli 2013 | SA.35606 | Polen | International Congres Centrum in Katowice | 8 |
22 februari 2012 | SA.30742 | Litouwen | Bouw van infrastructuur voor de terminal voor passagiers- en vrachtveerboten in Klaipėda | 48 |
15 juli 2011 | SA.30381 | Letland | Ontwikkeling van infrastructuur in Krievu Sala voor verplaatsing van havenactiviteiten naar buiten het stadscentrum | 69-70 |
22 november 2006 | SA.20674 | VK | Breedbandproject digitale regio Zuid-Yorkshire | 29 |
De veelal rudimentaire motivering van de Commissie in de genoemde besluiten komt er in wezen op neer dat er telkens aan het vijfde staatssteuncriterium wordt voldaan aangezien:
(i) | de middelen uit een uit een ESI-fonds staatsmiddelen vormen vanwege het feit dat een orgaan van de lidstaat (a) de middelen beheert en (b) bij de selectie op nationaal niveau van de projecten of doelen die met deze middelen worden gefinancierd over een grote discretionaire bevoegdheid beschikt, en |
(ii) | de financiering aan het orgaan van de lidstaat kan worden toegerekend nu dit orgaan van de onder (i) sub (b) bedoelde bevoegdheid gebruik heeft gemaakt door een project of doel te selecteren en de middelen daadwerkelijk aan een of meer begunstigden toe te kennen. |
ESI-fondsen en gedeeld beheer
Blijkens de Geactualiseerde Richtsnoeren voor staatssteun in het kader van de financiële instrumenten van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) in de programmeringsperiode 2014-2020 worden uit een ESI-fonds afkomstige middelen die naar het cohesiebeleid gaan, doorgaans in gedeeld beheer uitgegeven. Hiermee is bedoeld dat de lidstaten de beschikking over krijgen over de betreffende middelen en kunnen beslissen aan wie ze worden toegekend. Vanwege deze beoordelingsvrijheid kwalificeren bijdragen uit een ESI-fonds als staatsmiddelen. Op het moment dat een lidstaat van de beoordelingsvrijheid gebruik maakt door een doel te selecteren en de ontvangen middelen aan een of meer ondernemingen toe te kennen, is van toerekenbaarheid sprake.
Landbouw en visserij
Tot slot moet er nog op worden dat er voor de landbouw- en visserijsector specifieke voorschriften gelden die mee kunnen brengen dat middelen afkomstig uit het ELPO of EFMZV niet als staatssteun zijn aan te merken. Dit vergt in voorkomend geval dus nader onderzoek.
* foto van 4772818 via Pixabay.com