Gevolgen van het annuleren van vliegreizen vanwege het coronavirus

vliegtuig corona

Vliegtuigpassagiers en de Europese luchtvaartmaatschappijen worden zwaar getroffen door de uitbraak van het coronavirus (COVID-19). Door de maatregelen die autoriteiten hebben genomen om de uitbraak in te dammen, zoals reisbeperkingen, lockdowns en quarantainezones, zien luchtvaartmaatschappijen zich genoodzaakt vluchten te annuleren. En als er nog gevlogen wordt, maken veel passagiers uit vrees voor het coronavirus daar geen gebruik van. De vraag is wat dit betekent voor de rechten van de passagiers.

Europese regelgeving

De minimumrechten die vliegtuigpassagiers hebben in geval van instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten worden geregeld in Verordening 261/2004. Deze verordening is van toepassing op passagiers die vertrekken vanaf een luchthaven op het grondgebied van een EU-lidstaat en op passagiers die vertrekken vanaf een luchthaven in een derde land, indien de exploiterende luchtvaartmaatschappij van de betrokken vlucht een luchtvaartmaatschappij van de Unie is. In de verordening worden voorwaarden vastgesteld voor bijvoorbeeld het recht op compensatie, het recht op terugbetaling of op een andere vlucht, het recht op verzorging, het recht op verhaal en het recht van de passagiers om geïnformeerd te worden over hun rechten.

Richtsnoeren in verband met het coronavirus

Op 18 maart 2020 heeft de Europese Commissie (Commissie) Interpretatieve richtsnoeren betreffende de EU-verordeningen inzake passagiersrechten in de context van de ontwikkeling van COVID-19 (Corona Richtsnoeren) gepubliceerd. Deze Richtsnoeren hebben tot doel te verduidelijken hoe sommige bepalingen van de EU-wetgeving inzake passagiersrechten moeten worden toegepast in de context van de corona-uitbraak, met name met betrekking tot annuleringen en vertragingen.

In de Corona Richtsnoeren worden twee situaties van elkaar onderscheiden:

(i) de passagier kan of wil niet reizen
(ii) de luchtvaartmaatschappij annuleert de geboekte vlucht

Passagier kan of wil niet reizen

Verordening 261/2004 heeft geen betrekking op situaties waarin passagiers niet kunnen reizen of een reis op eigen initiatief willen annuleren. Of een passagier in dergelijke gevallen recht heeft op terugbetaling, hangt af van het type ticket (terugbetaalbaar, mogelijkheid op omboeking), zoals vermeld in de verkoopsvoorwaarden van de vervoerder. Volgens de Commissie bieden verscheidene luchtvaartmaatschappijen vouchers aan passagiers aan die niet willen  (of mogen) reizen ten gevolge van de uitbraak van coronavirus. De passagiers kunnen die vouchers dan gebruiken voor een andere reis met dezelfde luchtvaartmaatschappij, binnen een door die luchtvaartmaatschappij vastgestelde periode.

Luchtvaartmaatschappij annuleert de geboekte vlucht

Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht annuleert is – ongeacht de oorzaak van de annulering – verplicht de passagier de keuze te bieden tussen:

(i) een terugbetaling
(ii) een andere vlucht naar de vroegste mogelijkheid (herroutering)
(iii) een andere vlucht op een later tijdstip naar keuze van de passagier (herboeking)

Onder huidige omstandigheden kunnen de opties (ii) en (iii) aanzienlijke onzekerheden meebrengen. Niemand weet hoelang we de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus ondervinden. Bij de toepassing van Vo 261/2004 moet hier volgens de Commissie rekening mee worden gehouden.

Kennelijk komt het voor dat een luchtvaartmaatschappij die een vlucht annuleert de passagiers slechts een voucher aanbiedt in plaats van de keuze tussen terugbetaling en vervoer langs een andere route. Dit aanbod heeft volgens de Commissie echter geen gevolgen voor het recht van de passagier om te kiezen voor terugbetaling. De passagier kan dus nog steeds verlangen dat de ticketprijs wordt terugbetaald.

Compensatie

Verordening 261/2004 voorziet in sommige omstandigheden ook in forfaitaire compensaties. Dat geldt niet voor vluchten die meer dan 14 dagen van tevoren zijn geannuleerd of die zijn geannuleerd als gevolg van “buitengewone omstandigheden” die zelfs ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden. Volgens de Commissie is van een “buitengewone omstandigheid” sprake als overheden vanwege het coronavirus bepaalde vluchten regelrecht verbieden of het verkeer van personen op zodanige wijze verbieden dat de desbetreffende vlucht niet kan worden uitgevoerd. Het zelfde geldt indien een luchtvaartmaatschappij besluit een vlucht te annuleren en aantoont dat dit besluit gerechtvaardigd is om de gezondheid van de bemanning te beschermen.

Coronavouchers

In een nieuwsbericht van 25 maart 2020 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) meegedeeld begrip te hebben voor het initiatief van de ANVR, de brancheorganisatie van de reisbranche, om ‘coronavouchers’ te ontwikkelen. Deze verstrekken ANVR-reisaanbieders met ingang van 25 maart 2020 aan consumenten die een pakketreis hebben geboekt en betaald, maar vanwege de huidige situatie niet op reis kunnen.

Als de consument uiteindelijk besluit geen gebruik te maken van de voucher, is de reisaanbieder die de voucher heeft verstrekt verplicht de volledige waarde terug te betalen uiterlijk aan het eind van de SGR-dekkingstermijn van één jaar na uitgifte, maar niet eerder dan na 6 maanden na de uitgifte van de voucher. De reisorganisatie mag hiervan in het voordeel van de consument afwijken. Hiermee blijft dus hun recht op geld terug in stand, maar alleen op een later tijdstip.

door | 25 maart 2020 | Europees Recht

Gerelateerde artikelen

ZOEKEN

MIJN VAKGEBIED

Noot bij het Interfel arrest

Noot bij het Interfel arrest

In de blog Bovenwettelijke landbouwvoorschriften kunnen algemeen verbindend worden verklaard is het Interfel arrest van 29 juni 2023 van het EU Hof van Justitie van het EU Hof van Justitie (Hof) reeds beschreven en kort van commentaar voorzien. Het commentaar is nu...

Lees meer