Ondernemingen die de mededingingsregels schenden kunnen daarvoor beboet worden door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Deze boetes kunnen serieus oplopen. Zeker sinds de verhoging van de boetemaxima anderhalf jaar geleden.
Inleiding
Er is een verschil in de boeteberekening voor inbreuken die vóór 1 juli 2016 zijn aangevangen en inbreuken die daarna zijn begonnen. Voor overtredingen van het kartelverbod die vanaf 1 juli 2016 zijn begaan, gelden namelijk hogere boetemaxima. Op grond van de Wet verhoging boetemaxima Autoriteit Consument en Markt kan de ACM tot vier keer hogere boetes opleggen aan ondernemingen vergeleken met de Europese Commissie. In de blog “Overtreden mededingingsrecht kan per 1 juli 2016 flink duurder uitpakken” bespreek ik deze wet. In deze blog leg ik hierna uit hoe de ACM de hoogte van een boete voor overtreding van het kartelverbod berekent.
Absoluut en relatief boetemaximum
Een boete die de ACM oplegt voor overtreding van het kartelverbod mag nooit meer bedragen dan het wettelijke boetemaximum. Voor dit boetemaximum geldt een absoluut en relatief maximum. Het hogere van die twee is steeds van toepassing. Het absolute boetemaximum is een (wettelijk) gefixeerd bedrag. Op dit moment is dat EUR 900.000 voor alle overtredingen waar de ACM een boete voor kan opleggen (vóór 1 juli 2016 was dit voor sommige overtredingen nog EUR 450.000). De hoogte van het relatieve boetemaximum is afhankelijk van de omzet die in het voorafgaande jaar is behaald door de onderneming. Als de onderneming onderdeel uitmaakt van een concern, dan wordt er gekeken naar de omzet die is behaald door het hele concern. Als uitgangspunt geldt een relatief boetemaximum dat gelijk is aan 10% van de (concern)omzet.
Kartels: boetemaximum afhankelijk van duur overtreding
Bij kartelinbreuken speelt voor overtredingen vanaf 1 juli 2016 ook de duur van een kartel mee voor de maximale hoogte van de boete. Bij overtredingen van het kartelverbod kan het maximale boetebedrag namelijk worden vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de overtreding heeft geduurd. Daarbij geldt wel een maximum van 4 jaar. Effectief komt dat neer op een maximumboete die kan oplopen tot 40% van de (concern)jaaromzet.
Systematiek berekening boete
Het voorgaande heeft alleen betrekking op de maximale hoogte van een boete die de ACM kan opleggen. Bij de berekening van de precieze hoogte van de boete past de ACM een specifieke berekeningssystematiek toe. Deze volgt uit de Boetebeleidsregel van de ACM. De ACM bepaalt eerste de zogenaamde ‘basisboete’. De hoogte daarvan wordt bepaald aan de hand van de zogenaamde ‘betrokken omzet’. Dit is in beginsel de omzet die verband houdt met de overtreding. De ACM past op die basisboete daarnaast een factor toe naar (i) de ernst van de overtreding; (ii) de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd; en (iii) de duur van de overtreding. Die elementen bepalen samen de ‘basisboete’. De basisboete kan vervolgens nog naar boven worden bijgesteld als er verzwarende omstandigheden zijn. Zo kan het belemmeren van het onderzoek van de ACM een reden zijn om de basisboete te verhogen. De basisboete kan ook naar beneden worden bijgesteld, als er sprake is van verzachtende omstandigheden. Het verlenen van vergaande medewerking (lees: medewerking die verder gaat dan de wettelijke medewerkingsplicht) kan bijvoorbeeld tot verlaging van de basisboete leiden.
Sinds 1 juli 2016 kan de boete nog verdubbeld worden als een onderneming in de vijf jaar voorafgaand voor hetzelfde of een soortgelijke overtreding is beboet. De onderneming is dan een ‘recidivist’. De ACM zal per geval moeten beoordelen of het verdubbelen van de op te leggen boete evenredig is. In de blog “ABRvS: matiging boete mogelijk ook als wet verdubbeling voorschrijft” gaan wij verder op deze materie in.
Boetes voor personen: opdrachtgevers en feitelijk leidinggevers
De ACM kan niet alleen de onderneming die in strijd heeft gehandeld met de mededingingsregels een boete opleggen. Ook natuurlijke personen die opdracht gaven tot of leiding gaven aan een overtreding kunnen worden beboet. Zie hierover onze eerdere blogs “NMa beboet feitelijk leidinggevenden” en “ACM beboet werknemers wegens het leidinggeven aan kartelafspraken”. Individuen kunnen sinds 1 juli 2016 een boete van maximaal EUR 900.000 (voorheen: EUR 450.000) krijgen. De hoogte van de boete voor een individu is in eerste instantie afhankelijk van de omzet van de onderneming die de overtreding (mede) heeft gepleegd. Daarnaast kan de ACM rekening houden onder meer met de positie van de natuurlijke persoon binnen de organisatie en diens inkomen. Het doel is ook hier, net als bij de beboeting van ondernemingen, dat de boete voldoende afschrikwekkend is.
Commentaar
De boetes die ACM kan opleggen voor overtreding van de mededingingsregels kunnen flink oplopen. In theorie kan een onderneming met een boete van 80% van haar (concern)jaaromzet worden geconfronteerd, indien de onderneming aan een (minimaal) vier jaar durend kartel heeft deelgenomen en in de vijf jaar daarvoor ook al een boete voor een kartelovertreding heeft gehad. Met deze hoge boetemaxima loopt de ACM overigens wel uit de pas met haar Europese collega’s, zoals de Europese Commissie, het Duitse Bundeskartellamt, de Belgische mededingingsautoriteit en de Britse Competition and Markets Authority. Die laatste hanteren lagere boetemaxima dan de ACM.
Voor zover bekend zijn er door de ACM tot op heden nog geen boetes opgelegd aan ondernemingen voor kartels die vanaf 1 juli 2016 zijn aangevangen. Het is afwachten wat de impact van de hogere boetemaxima zal zijn voor de praktijk van de ACM wat betreft de boeteoplegging.
Los van de boetes, moet ook rekening worden gehouden met het feit dat gedupeerden vergoeding kunnen vragen voor de geleden kartelschade. Meer hierover in de blog: Schade als gevolg van kartels wordt makkelijker vergoed.