Minister Schouten van Landbouw, natuur en voedselveiligheid (minister) is op 8 juli 2019 een internetconsultatie gestart met betrekking tot een ontwerp voorstel voor de Wet oneerlijke handelsprakijken landbouw en voedselvoorzieningsketen. De betreffende wet is met name bedoeld om Richtlijn 2019/633 te implementeren.
Achtergrond
De achtergrond van het ontwerp wetsvoorstel is tweeledig. Allereerst moet er natuurlijk uitvoering worden gegeven aan Richtlijn 2019/633. Op verzoek van het Europees Parlement (Parlement) kwam de Europese Commissie (Commissie) op 12 april 2018 met een ontwerp richtlijn. Dit voorstel wordt besproken in de blog: Commissie publiceert voorstel Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. De definitieve richtlijn werd uiteindelijk op 25 april 2019 gepubliceerd. Meer hierover in de blog: Richtlijn oneerlijke handelspraktijken in de landbouw en voedselvoorzieningsketen gepubliceerd.
Op de tweede plaats is het tegengaan van oneerlijke handelspraktijken (OHP) in de landbouw een van de vier maatregelen die de huidige coalitie in het regeerakkoord 2017 heeft opgenomen. De vier maatregelen worden besproken in de blog: Mededinging in de landbouw: het regeerakkoord 2017.
Het concept wetsvoorstel
Materieel gezien is het concept wetsvoorstel niet spannend. De verboden OHP uit de Richtlijn 2019/633 worden vrijwel woordelijk overgenomen.
Zoals te verwachten viel, stelt de minister voor om de Autoriteit Consument en Markt (ACM) te belasten met de handhaving van de te introduceren regels. Leveranciers die geconfronteerd worden met OHP van afnemers, kunnen zich echter ook tot de civiele rechter wenden. Daarnaast wordt voorgesteld de minister de bevoegdheid te geven om een geschillencommissie aan te wijzen. Volgens de minister bestaat er in sector behoefte aan laagdrempelige en onafhankelijke geschillenbeslechting. Afnemers worden geacht van rechtswege bij deze geschillencommissie te zijn aangesloten. Behandeling van een geschil door de geschillencommissie laat de bevoegdheid van de ACM onverlet om handhavend op te treden.
Commentaar
Geen aparte wet
Het valt op dat de Minister niet voorstelt om de OHP in de landbouw op te nemen in het Burgerlijk Wetboek (BW). Richtlijn 2005/29 die betrekking heeft op OHP jegens consumenten, is geïmplementeerd in de artikelen 6:193a tot en met 6:193j BW. Hier zou het in deze blog besproken concept wetsvoorstel eventueel aan toegevoegd kunnen worden.
Geen strengere regels
De richtlijn biedt de mogelijkheid tot het invoeren van strengere regels ter bestrijding van OHP. In de Kamerbrief van 1 april 2019 deelde de minister de Tweede Kamer mee nog niet te weten of zij van deze bevoegdheid gebruik zou gaan maken. Uit concept wetsvoorstel kan worden opgemaakt dat de minister kennelijk inmiddels geen redenen heeft gezien strengere regels voor te stellen.
Geschillencommissie
De geschillencommissie wordt niet door de Richtlijn voorgeschreven. Al wordt het bevorderen van alternatieve geschillenbeslechting wel expliciet toegestaan. In het concept wetsvoorstel, noch in de bijbehorende toelichting wordt beschreven hoe de geschillencommissie vorm wordt gegeven. Blijkens het regeerakkoord 2017 was het kabinet van plan bij de ACM team voor geschillenbeslechting in de agro- nutriketen onder te brengen. Dit voornemen lijkt te zijn verlaten In de Kamerbrief van 1 april 2019 schrijft de minister dat zij van plan is de geschillenbeslechting onder te brengen bij een door de Stichting Geschillencommissies Beroep en Bedrijf (SGB) aan te wijzen geschillencommissie.
Tijdspad
Richtlijn 2019/633 dient uiterlijk op 1 mei 2021 te zijn geïmplementeerd. De Wet OHP landbouw en voedselvoorzieningsketen treedt mogelijk eerder in werking. Uit de Kamerbrief van 1 april 2019 volgt namelijk dat de minister de richtlijn zo snel mogelijk wil implementeren. Dit past in het streven van de minister om de positie van de landbouwer te verbeteren. Meer over dit streven in de blog: Minister LNV wil positie landbouwer verbeteren.