Op 11 oktober 2018 organiseerde de Tweede Kamer een ronde tafel over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wilde op deze manier zicht krijgen op de gevolgen van de plannen van de Europese Commissie (Commissie) voor Nederland.
Het GLB
Toen in 1957 de Europese Economische Gemeenschap (EEG) werd opgericht, was staatsinterventie een belangrijk kenmerk van de landbouw in de zes oprichtende lidstaten. Wetende dat overheidsingrijpen ook in de toekomst onontbeerlijk zou zijn, werd besloten om het landbouwbeleid van de lidstaten over te hevelen naar het communautaire niveau. Zo ontstond in 1962 het GLB. De wettelijke basis van het GLB, thans de artikelen 39-42 VWEU, is sedert 1957 niet wezenlijk veranderd.
Het GLB dient er voor te zorgen dat de in artikel 39 VWEU genoemde doelstellingen worden gerealiseerd. Aangezien de landbouw, net als elke andere economische sector, aan veranderingen onderhevig is, moet ook het GLB periodiek worden aangepast. De in het verleden doorgevoerde hervormingen worden besproken in een fact sheet van het Europees Parlement.
De plannen van de Commissie
Het huidige GLB loopt af op 31 december 2020. Daarom heeft de Commissie in mei 2018 voorstellen voor het nieuwe GLB gepubliceerd. Het is vervolgens aan het Europees Parlement en de Raad om het nieuwe GLB vast te stellen.
In de voorstellen van de Commissie blijft de huidige twee-pijler-structuur gehandhaafd:
Nieuw is dat de Commissie niet meer op naleving, maar op resultaten wil sturen. Daar past volgens de Commissie bij dat lidstaten meer ruimte moeten krijgen om het GLB in eigen land, uiteraard binnen de Europese kaders, zelf vorm te geven. Op deze manier kan het GLB beter op de nationale of regionale behoefte worden afgestemd.
Position-paper
Op verzoek van de vaste commissie voor LNV heb ik een position-paper geschreven. Deze notitie, die ik op 11 oktober 2018 tijdens de ronde tafel heb toegelicht, laat zich als volgt samenvatten.
De plannen van de Commissie geven verhoudingsgewijs veel vrijheid aan de lidstaten. Als naar de huidige praktijk wordt gekeken, is dit niet zonder risico’s. Hier staat tegenover dat minister Schouten van LNV inmiddels oog voor deze risico’s lijkt te hebben.
Interventies
De interventies (subsidiabele acties) dienen:
- te worden afgestemd op de behoefte, en
- haalbaar te zijn
Nederland moet de geboden ruimte nemen. We hoeven echt niet het braafste jongetje van de EU klas te zijn. Afstemming van het beleid op dat van de directe buurlanden is noodzaak: een “alleingang” gecombineerd met onrealistische ambities verstoren de concurrentieverhoudingen ten nadele van de Nederlandse landbouw.
Procedure
- Het aanvragen van interventies behoort niet te ingewikkeld zijn.
- Voor aanvragers dient vooraf duidelijk zijn aan welke voorwaarden ze moeten voldoen è geen onzekerheid dat subsidies achteraf teruggevorderd worden.
- Meer transparantie: ook van fouten kan worden geleerd!
Duidelijkheid op EU niveau
Aanpassing van de GMO Vo om zo tot verruiming en verduidelijking te komen
- voor het bereiken van de doelen van het nieuwe GLB zal samengewerkt moeten worden: de mededingingsregels kunnen samenwerking verhinderen.
- samenwerking binnen producentenorganisaties kan aantrekkelijker
- samenwerking binnen op producentenorganisaties lijkende structuren zou mogelijk moeten zijn zonder in strijd met de mededingingsregels te handelen
- de verordeningen moeten expliciet duidelijk maken dat de staatssteunregels niet van toepassing zijn op de betalingen aan landbouwers in het kader van het GLB