Als gevolg van de Russische boycot, is de vraag naar bepaalde soorten groenten en fruit drastisch gedaald. Teneinde de telers van groenten en fruit te ondersteunen, heeft de Europese Commissie (Commissie) tijdelijk bijzondere steunmaatregelen vastgesteld.
De GMO
De producten die onder de Russische boycot vallen, maken onderdeel uit van een gemeenschappelijke marktordening (GMO). In het kader van deze GMO kunnen erkende producentenorganisaties en hun leden in de sector groenten en fruit in aanmerking komen voor GMO-subsidie ten behoeve van diverse activiteiten. Het nemen van algemene crisisbeheersmaatregelen is een van deze subsidiabele activiteiten.
Algemene crisisbeheersmaatregelen staan niet standaard open. Nederland heeft deze activiteiten opengesteld bij de Regeling van 26 augustus 2014. Deze Regeling geldt slechts voor erkende producentenorganisaties!
Crisismaatregelen van de Commissie
Op basis van de GMO-regels kan de Commissie tijdelijk extra maatregelen nemen in geval van een ernstige crisis. Dit heeft de Commissie naar aanleiding van de Russische boycot gedaan en wel bij Verordening 932/2014. Er is voor de periode 18 augustus 2014 tot en met 30 november 2014 financiële bijstand beschikbaar voor zowel erkende productenorganisaties en hun leden als niet-gebonden telers voor de navolgende acties:
De bijzondere tijdelijke steunmaatregelen gelden voor de navolgende producten die uitdrukkelijk uitsluitend voor verse consumptie bestemd zijn:
In totaal is 125 miljoen euro beschikbaar, waarvan 82 miljoen euro voor appels en peren en 43 miljoen euro voor de rest.
Het budget voor de financiële bijstand is dus eindig. Als het geld op is, worden acties niet meer in behandeling genomen. De verdelingssystematiek staat nog niet vast. Het risico blijft dus aanwezig dat er ondanks een melding en een daarop volgende toestemming in individuele gevallen geen financiële bijdrage uit Brussel komt! De verwachting is dat zowel Nederland als de Commissie de uitgaven nauwkeurig zullen monitoren, teneinde vorenbedoeld risico zoveel mogelijk te beperken.
Inmiddels heeft Nederland bij de Regeling van 3 september 2014 uitvoering gegeven aan Verordening 932/2014. Ook Nederlandse telers kunnen dus in aanmerking komen voor de bijzondere tijdelijke steunmaatregelen.
Financiële bijstand
Uit de markt genomen producten (actie 1) kunnen worden verstrekt aan (i) voedselbanken, (ii) veehouders en (iii) afvalverwerkers. Groen of niet geoogste producten (acties 2 en 3) kunnen uitsluitend worden verstrekt aan (i) veehouders en (ii) afvalverwerkers.
De hoogte van de maximale vergoeding is afhankelijk van het soort product en de soort actie. De hoogte van de bijstand (het bedrag dat de Commissie betaalt) is vervolgens afhankelijk van de bestemming van de producten en de positie van de teler.
Kosten van sorteren, verpakken en vervoeren zijn niet subsidiabel, tenzij het gaat om verstrekking aan voedselbanken.
Producten die aan voedselbanken worden verstrekt, moeten tenminste voldoen aan de minimumeisen van klasse II. Producten die niet worden geoogst, moeten goed zijn ontwikkeld en van een gezonde handelskwaliteit zijn. Net als groen geoogste producten, mogen niet geoogste producten niet beschadigd zijn als gevolg van klimaatomstandigheden, ziekte of andere oorzaken.
Formaliteiten
Om in aanmerking te komen voor financiële bijstand, moeten bepaalde formaliteiten in acht worden genomen. Dit geldt ook voor niet-gebonden telers. Het gaat hierbij onder andere om het volgende:
Voor de melding is relevant of die betrekking heeft op een gebonden of niet-gebonden teler.
De contracten die dwingend worden voorgeschreven, zijn cruciaal. Ze moeten onder andere vergaande verplichtingen opleggen aan de ontvangers van de producten en de transporteurs.