Wet terugvordering staatssteun treedt op 1 juli 2018 in werking

De op 16 maart 2018 in het Staatsblad gepubliceerde Wet terugvordering staatssteun (Wts) treedt volgens het koninklijk besluit van 26 maart 2018 op 1 juli 2018 in werking.

Inhoud van de wet

De Wts is bedrieglijk simpel. Het uitgangspunt is dat staatssteun wordt teruggevorderd op basis van een zelfstandige grondslag neergelegd in een aparte wettelijke regeling. Voor langs privaatrechtelijke weg (de overheid neemt als gewone marktpartij deel aan het economisch verkeer) en bestuursrechtelijke weg (de overheid handelt op basis van publiekrechtelijke taken en bevoegdheden) verleende steun is dat de Wts. De grondslag voor de terugvordering van nationale fiscale steun is dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en voor fiscale steun van decentrale overheden de Provinciewet (Pw), de Gemeentewet (Gw) en de Waterschapswet (Ww). Verder voorziet de Wts ook in een zelfstandige grondslag voor de over het onrechtmatig verkregen voordeel terug te betalen rentevoordeel.

Schematisch weergegeven ziet de Wts er als volgt uit:

Commentaar

In de blog Wetsvoorstel ‘Wet terugvordering staatssteun’ naar de Tweede Kamer wordt ingegaan op de achtergrond van de Wts. Tevens wordt beschreven dat de Wts duidelijk lijkt, maar toch ook enkele belangrijke vragen oproept.

Als er een onherroepelijk Commissiebesluit ligt dat verplicht tot terugvordering, is duidelijk dat staatssteun moet worden teruggevorderd. Maar wat als een dergelijk besluit ontbreekt? Volgens de Wts moet in die situatie bestuursrechtelijke en fiscale steun worden teruggevorderd, indien de steun in strijd met artikel 108 lid 3 VWEU is verleend. Hiermee wordt bedoeld dat de steun in strijd met de ‘stand still verplichting’ is verleend. Punt is alleen dat een bestuursorgaan niet te snel mag oordelen dat er strijd is met de staatssteunregels. Meer hierover de blog: Raad van State: niet te snel oordelen over staatssteun! Ten aanzien van privaatrechtelijk verleende steun verplicht de Wts kennelijk niet tot terugvordering in het geval een Commissiebesluit ontbreekt. Die verplichting kan overigens wel voortvloeien uit de Unietrouw (artikel 5 VEU). In die situatie moeten de bestaande rechtsmiddelen worden gebruikt om de rechtsverhouding te wijzigen. Een voorbeeld hiervan wordt beschreven in de blog: Staatssteun en onteigening: de casus Harlingen.

Maar ook als de maatregel kwalificeert als onrechtmatige staatssteun, dat wil zeggen staatssteun die in strijd met de ‘stand still verplichting’ is verleend, laat dat onverlet dat de maatregel alsnog toelaatbaar zou kunnen zijn. In het geval de betreffende maatregel alsnog wordt gemeld, is de Europese Commissie (Commissie) immers verplicht te beoordelen of er inderdaad sprake is van staatssteun en zo ja of die verenigbaar is met de interne markt. Zie bij wijze van voorbeeld de blog: Commissie: staatssteun voor Berlijnse jeugdherberg toelaatbaar. Gelet hierop kan het bestuursorgaan besluiten de maatregel alsnog bij de Commissie te melden. Onder omstandigheden kan het bestuursorgaan daartoe zelfs verplicht zijn. De Wts lijkt echter te impliceren dat ondanks een eventuele melding, de steun toch moet worden teruggevorderd.

Bestuursorganen moeten voorts subsidies weigeren als dat “naar het oordeel van het bestuursorgaan niet verenigbaar is met het bepaalde in de artikelen 107 en 108VWEU. Ook hier geldt weer dat bestuursorganen niet te snel mogen besluiten dat een subsidie onverenigbaar is met de staatssteunregels. De wetgever heeft deze “vergewisplicht” enigszins willen neutraliseren door in de toelichting bij artikel 9 Wts op te nemen dat de Commissie niet hoeft te worden benaderd in gevallen “waarin evident sprake is van verboden staatssteun”. De praktijk laat echter zien dat dit lang niet altijd eenvoudig is vast te stellen. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat zelfs als een maatregel niet voldoet aan alle voorwaarden van het toepasselijke beoordelingskader, de Commissie deze toch toelaatbaar kan verklaren. Voor een voorbeeld zie de blog: Sloop en ombouw pelsdierhouderij bezien vanuit staatssteun optiek. Dit geldt eveneens indien de toepasselijke steunmaxima worden overschreden, hetgeen wordt toegelicht in de blog: Staatssteun voor biologische landbouw.

door | 17 mei 2018 | Staatssteun

Gerelateerde artikelen

ZOEKEN

MIJN VAKGEBIED

Staatssteun en schadevergoeding, het blijft lastig

Staatssteun en schadevergoeding, het blijft lastig

Buitenreclame-exploitant JCDecaux had gedurende meerdere jaren aan de Stad Brussel toebehorende toebehorende reclame-installaties geëxploiteerd zonder daarvoor te betalen. Hiermee zou JCDecaux zijn gecompenseerd voor door de Stad Brussel veroorzaakte schade. Blijkens...

Lees meer
Wanneer vormt een arbitraal vonnis een steunmaatregel?

Wanneer vormt een arbitraal vonnis een steunmaatregel?

Uit een arrest van 22 februari 2024 van het EU Hof van Justitie (Hof) lijkt te volgen dat uitspraken van nationale rechters als zodanig geen overheidsmaatregel in de zin van de staatssteunregels vormen. In voorkomend geval geldt waarschijnlijk hetzelfde voor arbitrale...

Lees meer