De Stentor berichtte op 10 juni 2017 dat de provincie Flevoland een vestigingssubsidie van bijna EUR 3 miljoen heeft toegezegd aan Inditex, het bedrijf achter kledingzaken als ZARA, Pull&Bear en Bershka. Volgens De Stentor koopt Inditex 35 ha grond op het bedrijventerrein Lelystad Airport Businesspark (LAB) om daar een distributiecentrum op te bouwen. De vraag is of de vestigingssubsidie staatssteunproof is.
De casus
Over de casus is niet veel informatie beschikbaar. Wat weten we wel? Het LAB wordt ontwikkeld door ontwikkelingsmaatschappij OMALA. Aandeelhouder van deze NV zijn de provincie Flevoland en de gemeenten Lelystad en Almere. De provincie meldde op 5 mei 2017 dat er met Inditex overeenstemming was bereikt over de koop van 35 ha grond op het LAB. Het is niet bekend gemaakt tegen welke prijs Inditex de 35 ha van OMALA koopt. Het FD wist echter op 5 mei 2017 te melden dat Inditex een marktconforme prijs betaalt.
De toegezegde vestigingssubsidie is kennelijk onderdeel van de deal die de provincie met Inditex heeft gesloten. Deze subsidie is afkomstig uit de pot ‘strategische subsidies’ van de provincie Flevoland. Waar Inditex de subsidie aan gaat besteden wordt later besloten, aldus de Stentor.
Tot slot doet ook de gemeente Lelystad ook nog een spreekwoordelijke duit in het zakje. Hoewel de gemeente geen subsidie verleent, is de gemeente wel bereid versneld te investeren in de infrastructuur in het gebied.
Staatssteun
Van staatssteun is sprake als een onderneming een selectief voordeel ontvangt dat door de overheid wordt verstrekt of met staatsmiddelen wordt bekostigd en waardoor zowel de mededinging wordt vervalst als de handel in de lidstaten wordt beïnvloed. De Europese Commissie (Commissie) is de enige instantie die staatssteun mag goedkeuren. Daarom moet een (voorgenomen) steunmaatregel eerst aan de Commissie worden gemeld. Melding is niet noodzakelijk als de steunmaatregel past binnen een goedgekeurde steunregeling of voldoet aan de voorwaarden van een groepsvrijstelling.
Als er in strijd met de Europese regels staatssteun wordt verstrekt, spreekt men van onrechtmatige steun. Onder omstandigheden kan de Commissie een lidstaat verplichten deze steun bij de begunstigde onderneming terug te halen. Dat dit vervelende gevolgen kan hebben laat de casus SCI zien. In die zaak hadden de provincie Friesland, de NOM (Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland) en de gemeente Heerenveen diverse voordelen toegekend aan SCI voor de vestiging van een computerassemblagefabriek in Heerenveen. Nadat er klachten waren ingediend bij de Commissie, volgde er een onderzoek. Dit onderzoek wees uit dat een deel van de toegekende voordelen kwalificeerde als onrechtmatige steun. Nederland werd vervolgens bij besluit van 13 februari 2001 opgedragen deze steun van SCI terug te vorderen. Het is gissen of de hierop volgende sluiting van de computerassemblagefabriek door de terugvordering is veroorzaakt.
Commentaar
De vestigingssubsidie die de provincie Flevoland heeft toegezegd kwalificeert waarschijnlijk als staatssteun. Inditex is een onderneming die een selectief voordeel krijgt dat door de provincie Flevoland wordt bekostigd. Het voordeel vervalst de mededinging, want concurrenten van Inditex krijgen dit voordeel niet. Bovendien wordt de handel tussen de lidstaten beïnvloed. Inditex is immers een internationaal opererende onderneming. Is hiermee gezegd dat de vestigingssubsidie op staatssteunproblemen stuit? Dit hoeft zeker niet het geval te zijn. Gelet op beschikbare informatie is het een voor de hand liggende optie dat een beroep zal worden gedaan op de zogenaamde Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Meer over deze vrijstelling in de blog: Toepassingsgebied van de AGVV verruimd.
Lelystad is blijkens het besluit van 16 september 2014 van de Commissie een van de weinige Nederlandse “steunkaartgemeenten”. Bijgevolg kan op basis van de AGVV regionale investeringssteun worden verleend, mits uiteraard aan de daarvoor geldende voorwaarden wordt voldaan. Of in de onderhavige casus van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, kunnen we over een enige tijd zien. De AGVV schrijft immers voor dat vrijgestelde steunmaatregelen boven een bepaald drempelbedrag op de nationale staatssteunwebsite moeten worden gepubliceerd. Zie over deze verplichting de blog: De Nederlandse nationale staatssteunwebsite is online.
De grond die Inditex koopt is in handen van een overheidsbedrijf. Dit betekent dat de grond tegen een marktconforme prijs moet worden verkocht. Anders ontvang Inditex een voordeel dat als staatssteun kwalificeert. Hoe de marktconformiteit van de grondprijs kan worden vastgesteld, wordt beschreven in de Mededeling over het begrip staatssteun. Deze mededeling wordt toegelicht in de blog: Commissie publiceert Mededeling over het begrip staatssteun.
Dan hebben we tot slot nog de infrastructurele werken die de gemeente Lelystad in het gebied versnel wil uitvoeren. Het aanleggen van infrastructuur die door iedereen kan worden gebruikt, levert vanuit de staatssteunregels in beginsel geen probleem op. De wijze van beoordeling wordt besproken in de blog: Projectontwikkeling en staatssteun: wie betaalt de toegangswegen? Ook het eventueel bouwrijp maken hoeft niet per se op staatssteunbezwaren te stuiten. Zie over dit laatste aspect de blog: Bouwrijp maken valt niet onder de staatssteunregels.
Alles bij elkaar hebben we te maken met een voor de vastgoedpraktijk interessante kwestie die het observeren zeker waard is.