In een besluit van 31 oktober 2016 heeft de Europese Commissie (Commissie) een Poolse steunregeling voor landbouwers goedgekeurd. Op basis van deze regeling kunnen melkboeren, varkenshouders, alsmede groenten- en fruittelers in aanmerking komen voor zachte en renteloze leningen.
De steunregeling
Zowel de melkboeren, varkenshouders als groenten- en fruittelers in Polen worden ernstig getroffen door onder andere de Russische boycot, serieuze prijsverlagingen en duurdere grondstoffen. Als gevolg hiervan zijn banken niet bereid leningen te verstrekken aan kleine en middelgrote landbouwers in de genoemde sectoren. Dit heeft geleid tot acute liquiditeitsproblemen bij de getroffen landbouwers, waardoor zij niet langer hun verplichtingen kunnen nakomen. Teneinde deze marktverstoring te bestrijden, heeft de Poolse regering een steunregeling opgezet om zo de schulden van de landbouwers te compenseren ten opzichte van hun publieke en particuliere schuldeiser.
Het steunbedrag per landbouwer bedraagt maximaal €15.000,-. Landbouwers kunnen aanspraak maken op zowel zachte als renteloze leningen, mits het maximale steunbedrag niet wordt overschreden. De zachte leningen zijn bedoeld ter financiering van civielrechtelijke schulden, terwijl de renteloze leningen bedoeld zijn ter financiering van publiekrechtelijke schulden. Voor renteloze leningen geldt wel als voorwaarde dat de publiekrechtelijke schulden geen fiscale achtergrond mogen hebben.
De Poolse regering heeft de steunmaatregel bij de Commissie gemeld en in afwachting van het oordeel van de Commissie de op grond van artikel 108 lid 3 VWEU voorgeschreven ‘standstill‘ verplichting in acht genomen.
Oordeel van de Commissie
Zoals gebruikelijk toetst de Commissie eerst of de steunregeling kwalificeert als staatssteun. Dit is volgens de Commissie het geval. Bepaalde landbouwers worden immers bevoordeeld door middel van een regeling die met staatsmiddelen wordt bekostigd. Bovendien kan de regeling de mededinging mogelijk vervalsen en de handel tussen de lidstaten beïnvloeden. Met betrekking tot dit laatste aspect, wijst de Commissie er expliciet op dat de handel tussen de lidstaten al kan worden beïnvloed, als de begunstigde ondernemingen – de landbouwers – actief zijn op een markt die openstaat voor handel in de EU. Dit geldt voor de handel in melk, varkensvlees en groenten en fruit.
Vervolgens constateert de Commissie dat de aangemelde steunregeling niet onder de Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw (Richtsnoeren) valt. Daarom toetst de Commissie de steunregeling aan de hand van de ‘algemeen beoordelingscriteria‘ uit de Richtsnoeren rechtstreeks aan artikel 107 lid 3 sub c VWEU.
De Poolse regering heeft in de ogen van de Commissie voldoende aangetoond dat er sprake is van een verstoring van de melksector, varkenssector en de groeten- en fruitsector om een tijdelijke introductie van een steunregeling te rechtvaardigen. De steunregeling is passend omdat de getroffen landbouwers zonder deze steunregeling hun productie niet kunnen voortzetten en hun bedrijf moeten staken. Bovendien heeft de Poolse regering in dit kader verzekerd dat de steun niet zal worden toegekend met betrekking tot schulden die een Europeesrechtelijke achtergrond hebben, zoals de GMO-regels. Verder voldoet de steunregeling aan de voorwaarden gesteld in de Richtsnoeren om een ‘incentive effect’ te hebben. Het maximale steunbedrag van € 15.000,–, zorgt er onder andere voor dat de steunregeling niet alleen proportioneel is, maar de mogelijke verstoring van zowel de mededinging als de handel tussen de lidstaten tot een minimum beperkt. Tot slot heeft de Poolse regering toegezegd de door de Richtsnoeren voorgeschreven transparantieverplichtingen in acht te nemen. Op grond van al deze omstandigheden concludeert de Commissie dat de steunregeling verenigbaar is met de interne markt.
Commentaar
Het onderhavige besluit laat zien dat ook maatregelen die niet in de Richtsnoeren worden vermeld, verenigbaar kunnen zijn met de interne markt. Daarmee kan het besluit dienen als voorbeeld voor andere lidstaten die steun willen verlenen in de landbouwsector. Zij zullen wel net als de Poolse regering moeten kunnen aantonen dat de markt ernstig verstoord is, teneinde tijdelijke staatssteun te kunnen rechtvaardigen. Overigens heeft de Commissie er al eerder blijk van gegeven de Richtsnoeren niet altijd letterlijk te nemen. Meer daarover in de blog: Sloop en ombouw pelsdierhouderij bezien vanuit staatssteun optiek.
Verder kan worden geconstateerd dat de Commissie heel snel tot de conclusie komt dat de steunregeling de handel tussen de lidstaten mogelijk kan vervalsen. Het is voldoende dat de begunstigde landbouwers actief zijn op een markt die open staat voor handel in de EU. Dit oordeel lijkt enigszins te contrasteren met de recente besluiten van de Commissie die uitdrukkelijk bedoeld waren als ‘guidance‘ ten aanzien van het interstatelijk effect van staatssteun. In de blog: Het interstatelijk effect van staatsteun: oriëntatiehulp 2.0 wordt beschreven in welke gevallen steun voor plaatselijke activiteiten volgens de Commissie geen interstatelijk effect heeft. Voor landbouwzaken biedt deze ‘guidance‘ helaas geen soelaas. Steun aan landbouwers wordt doorgaans geacht de handel tussen de lidstaten te beïnvloeden. Ook als het om relatief geringe bedragen gaat.
* foto van Tomasz Filipek op www.unsplash.com